Tijdens een huwelijk of andere samenlevingsvorm is er vaak een zekere taakverdeling. Klassiek gezien zorgt zij voor de kinderen en hij voor het inkomen. Gaan mensen dan uit elkaar, dan is het logisch dat zij niet meteen voldoende eigen inkomen heeft om het leven voort te zetten zoals ze gewend was. Dat principe is de basis voor partneralimentatie zoals in de wet vastgelegd. De grote vraag is vervolgens hoe doen we dat, het berekenen van alimentatie?
De Werkgroep Alimentatienormen legt de algemeen gehanteerde regels voor het vaststellen van alimentatie vast in wat algemeen de Tremanormen wordt genoemd. Deze normen zijn zeer uitgebreid. Samengevat komt het op het volgende neer:
Berekenen van alimentatie
Stap voor stap bepalen we de alimentatie die iemand kan betalen:
- Het bruto inkomen bepalen. Hierbij nemen we ook het vakantiegeld, eindejaarsuitkeringen, bonussen en dergelijke mee
- De te betalen belasting trekken we hiervan af
- Wat resteert is het netto besteedbaar inkomen
- Daarvan trekken we af wat deze persoon minimaal nodig heeft om zelf te kunnen leven. Dat is in ieder geval de actuele bijstandsnorm, de werkelijke woonlasten en de zorgkosten
- Wat resteert is de draagkrachtruimte
- 40% hiervan is bestemd voor de persoon zelf, die immers niet op bijstandsniveau hoeft te leven
- De overige 60% gaat eerst naar de kinderen en vervolgens naar de aanstaande ex-partner
Zo berekenen we zowel de ruimte voor kinderalimentatie als voor partneralimentatie.
Als beide inkomen hebben
Heeft de ander ook een inkomen, dan maken we voor hem of haar dezelfde berekening. De verhouding tussen deze twee uitkomsten bepaalt de kinderalimentatie.
Voor de partneralimentatie maken we dan nog een jusvergelijking. Hierin vergelijken we wat ieder per maand overhoudt. Het kan namelijk zijn dat de ontvanger van partneralimentatie meer overhoudt dan de betaler en dat is nu ook weer niet de bedoeling. Met de jusvergelijking stellen we de partneralimentatie dan naar beneden bij tot beide partijen evenveel overhouden, rekening houdend met ieders eigen kosten.
De behoefte: Hof Den Bosch
Als laatste checken we hoeveel ieder nodig heeft om ongeveer door te kunnen leven zoals hij of zij gewend was. Dat wordt de huwelijksgerelateerde behoefte genoemd.
Het Hof Den Bosch heeft daar een norm voor opgesteld, die algemeen wordt geaccepteerd als uitgangspunt. Deze Norm zegt dat we de behoefte kunnen bepalen door het gezinsinkomen tijdens het huwelijk te nemen, daar de kinderkosten van af te trekken en van de rest ieder 60% toe te bedelen.
Dat lijkt misschien een wat simpele methode, maar in praktijk blijkt de Norm toch vaak heel aardig te kloppen.
Weten we de behoefte en het eigen inkomen, dan is het verschil daartussen de behoefte aan partneralimentatie. Iemand die een hoger eigen inkomen heeft dan de huweijksgerelateerde behoefte heeft dus geen recht op partneralimentatie, ook niet als de andere partij dat wel zou kunnen betalen.