Alimentatieberekeningen baseren wij altijd op de alimentatienormen zoals door de rechtspraak gepubliceerd. In de praktij worden dat vaak de Tremanormen genoemd. Per 1 januari 2023 zijn deze op een flink aantal essentiële punten aangepast. Hieronder een overzicht met de belangrijkste wijzigingen.

Woonbudget

Het woonbudget is het meest in het oog springende en het meest genoemde nieuwe begrip. Het is op 30% van het netto besteedbaar inkomen gesteld en vervangt de forfaitaire woonlast bij kinderalimentatie en de werkelijke woonlasten bij partneralimentatie.

Let op dat voor de bepaling van het Kindgebonden Budget wel de WOZ waarde en hypotheekrente van een eigen woning moeten worden meegenomen om die correct te bepalen. Het NBI bepalen we in dat geval nog steeds ZONDER dit fiscale voordeel, in tegenstelling tot wat we voor 1-1-2023 deden.

Is er onvoldoende draagkracht is bij de onderhoudsplichtige om in de behoefte van de onderhoudsgerechtigde te voorzien? Dat zal, analoog aan de uitspraak van de HR bij kinderalimentatie, sowieso als aanleiding gelden om de werkelijke woonlasten toe te passen als die lager zijn dan het woonbudget.

In het algemeen zal dus het woonbudget van toepassing zijn, waarbij we bij samenwonende partijen geen 30% maar 15% zullen aangehouden als er een tekort is om in de behoefte van kinderen en/of partner te voorzien. Men deelt dan de (woon)lasten immers.

Deze wijziging maakt de berekening van partneralimentatie natuurlijk een stuk eenvoudiger. Het blijft daarnaast altijd mogelijk om in goed overleg af te wijken van de regels als daar aanleiding voor is, mits voldoende beargumenteerd.

Forfait noodzakelijke lasten

Deze is in de plaats gekomen van de bijstandsnorm. In dit vaste bedrag aan kosten zijn naast de bijstandsnorm ook een vast bedrag voor de zorgpremie opgenomen en een post onvoorzien. Na aftrek van de bedragen voor wonen en zorg in de bijstandsnorm resteert het vast bedrag, het forfait noodzakelijke lasten.

In de praktijk zagen we vaak dat de zorgpremie vaak flink verschilde tussen personen, wat natuurlijk voor een belangrijk deel een eigen keuze is. Dus ook dit maakt de berekening weer iets eenvoudiger, vooropgesteld dat er niet een te groot gat met de werkelijkheid ontstaat.

Tabellen Kinderkosten

In deze tabellen vinden we de gemiddelde kosten voor kinderen, maar nu zonder kinderbijslagpunten, zodat nog slechts 1 tabel resteert. Daarin zijn alleen de inkomens van de ouders en het aantal kinderen bepalend, omdat met een gemiddelde kinderbijslag is gerekend.

De gevolgen zullen per geval verschillen, afhankelijk van inkomen, aantal kinderen en hun leeftijd. Terwijl in veel gevallen lagere kinderkosten tot hogere partneralimentatie zal leiden, en andersom.

Inkomensvergelijking in plaats van jusvergelijking

Bij de nieuwe inkomensvergelijking gaat het voortaan alleen nog maar om het inkomen. Dit vanuit het idee dat ieder dan hetzelfde overheeft om zijn of haar kosten te dekken, waarin ieder zijn/haar eigen keuzes kan maken.

Het gevolg is dat de uitkomst flink van de jusvergelijking kan verschillen, wat uiteraard bij herberekeningen tot sterk afwijkende resultaten zou kunnen leiden.

Het kindgebonden budget als inkomenscomponent

Er zijn gevallen denkbaar, en in de praktijk komen die ook voor, waar het eigen aandeel in de kosten van de kinderen lager is dan het KGB waar deze ouder recht op heeft. Deze ouder betaalt dus zijn/haar volledige bijdrage aan de kinderen uit het KGB, maar houdt daarnaast nog geld over. Met de hoge KGB bedragen van tegenwoordig komt dat regelmatig voor.

Het ligt voor de hand om dit bedrag als inkomen mee te nemen voor deze partij, al verschillen de meningen hierover. Zo lang u in mediation en goed overleg bent kunt u hier zelf een keuze in maken.

Ingangsdatum bepaalt

Voor de toepassing van de nieuwe regels is de stelregel dat als de ingangsdatum van de nieuwe alimentatie na 1-1-2023 ligt de nieuwe regels gelden.